De WHO (World Health Organisation) stelde in 1948 dat gezondheid een toestand van compleet welbevinden is, zowel lichamelijk, psychisch als sociaal. Je bent dus alleen gezond als je je op al deze vlakken helemaal goed voelt.
Dat betekent dat bijna niemand gezond is. Immers hoe vaak gebeurt er iets in ons leven waardoor het tijdelijk wat minder gaat. En wat te zeggen over al die mensen met een chronische ziekte, zoals diabetes of hoge bloeddruk. Zijn zij allemaal ziek?
Deze oude definitie zou ook betekenen dat al deze mensen moeten worden behandeld tot de “toestand van compleet welbevinden” bereikt is. Dat kan niet de juiste weg zijn.
Binnen het concept Positieve Gezondheid wordt gezondheid gezien als het vermogen om met de uitdagingen in ons leven om te gaan, zowel op fysiek, emotioneel als sociaal vlak. Het gaat niet alleen meer om de aan- of afwezigheid van ziekte. Het gaat erom dat wij kunnen omgaan met omstandigheden die veranderen. Het voeren van eigen regie staat centraal.